‘Een kern van zuivere en oprechte Evangeliewaarheid’

 ‘Een kern van zuivere en oprechte Evangeliewaarheid’

Op 5 november 2020 stond er een opinieartikel van mevrouw Van Tilburg-van Beek in het Reformatorisch Dagblad. Zij zei daarin onder andere het volgende “De roomse godsdienst wordt op zo’n protestantse manier verwoord, dat het voor protestanten vertrouwd aandoet. Daardoor lijken grenzen te vervagen. In werkelijkheid is de kloof in de leer onveranderd.” (klik hier voor het artikel) Twee dagen daarvoor had ik voor mijn Youtube-kanaal een gesprek met mijn bijna naamgenoot bisschop G. de Korte (klik hier om om de aflevering terug te kijken). Het was een leerzaam gesprek voor mij, omdat ik op deze manier nog geen kennis had gemaakt met een Rooms-katholiek. Tegelijkertijd kon het contrast tussen het opinieartikel en het gesprek dat ik had, bijna niet groter zijn.

Vervolgens stond er op 19 december een interview met mevrouw Van Tilburg (klik hier voor het interview). Ik werd er door een gemeentelid op gewezen, die mij tegelijk ook waarschuwde voor de gevaren van Rooms-Katholieke opvattingen nadat hij mijn gesprek met de bisschop had bekeken. Het gesprek met de bisschop en het interview en opinieartikel leidden bij tot een bezinning over de manier waarop ik mij verhoud tot de Rooms-Katholieke kerk.  

Da Costa

Voorafgaand aan mijn gesprek met de bisschop had ik zelf ook nagedacht over mogelijk negatieve reacties. De bisschop vroeg mij zelfs of ik wel in het hol van de leeuw mocht komen. Maar tot mijn verbazing las ik in de week voorafgaand aan mijn bezoek, het volgende bij Isaäc da Costa in zijn in 1823 gepubliceerde boekje ‘Bezwaren tegen de geest der eeuw’. In het laatste hoofdstuk schrijft hij ter bemoediging dat de Heere Zijn kerk in stand houdt. Hij spreekt over ‘het heerlijke Hervormingslicht’ dat doorbrak in ‘de tijden van de afschuwlijkste buitensporigheden in die Roomsche Gemeente, waar in het Christendom gedurende zoo vele eeuwen bewaard is geworden…’ (pag. 91). Da Costa was dankbaar voor licht van de hervorming. Tegelijk schrijft hij verderop: ‘In het binnenste van het Pausdom vormt zich mede van langzamerhand een kern van zuivere en oprechte Evangeliewaarheid, die op haar tijd uit de omwindselen, die haar nog voor onze oogen verbergen, heerlijk zal te voorschijn komen’ (pag. 92). In 1823 zag hij dus al hoopvolle ontwikkelingen in de Rooms-Katholieke kerk, ook al zegt erbij dat ze toen nog verborgen waren. Ik vond het een opvallend citaat, want blijkbaar konden voor hem dankbaarheid voor de Reformatie en een opmerkzaam oog voor hoopvolle veranderingen in de Rooms-Katholieke kerk samengaan. Hij schreef dit nog voor het Eerste en het Tweede Vaticaanse concilie. Concilies die een grote invloed hebben gehad in de Rooms-Katholieke kerk.

Hoopvolle tekenen?

Zijn er van die hoopvolle tekenen in de Rooms-Katholieke kerk? In zijn boek ‘Hartelijk katholiek’ schrijft bisschop de Korte over de sprakeloosheid van veel christenen. Hij schuwt daarbij kritische vragen niet: “Hebben wij wel voldoende aandacht besteed aan verkondiging en catechese? Zijn onze mensen wel voldoende toegerust om de waren op de religieuze markt ook werkelijk te toetsen’ (pag. 73)? Eerder schreef hij al: ‘Dit impliceert voor de komende tijd een hoge prioriteit voor geloofscommunicatie en catechese. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen rondom een open Bijbel verzameld worden. Het is evenzeer van belang dat velen uit de rijke bronnen van christelijke wijsheid over God, mens en maatschappij gaan drinken. Zo kan de sprakeloosheid worden doorbroken’ (pag. 26). Een bisschop die oproept om de Bijbel open te doen en te lezen samen met anderen: het lijkt mij een hoopvol teken.

De bisschop roept ook op om te drinken uit de rijke bronnen van christelijke wijsheid: een waardevolle oproep! Er is een grote wolk van getuigen rondom ons in de achterliggende 20 eeuwen. In het interview met mevrouw van Tilburg stond het volgende: “Op de scholen van Geert Groote zaten honderden leerlingen de Bijbel over te schrijven. Zeg niet dat er voor de Reformatie geen Bijbelkennis was. Dat was alleen geen rechte kennis.” Als ik dit citaat lees, vraag ik mij dan wel af wat ik moet met de werken van Ambrosius, Augustinus en Thomas à Kempis. Wie hun werken leest, merkt dat bepaalde (on-Bijbelse) zaken in de Rooms-Katholieke kerk al vroeg aanwezig waren. Tegelijk maakten de reformatoren volop gebruik van hun werken, ook al waren zij het niet altijd met hen eens. Daar komt nog bij dat ik dankbaar ben voor al die (vaak naamloze!) mensen die hun tijd en energie gegeven hebben om het Woord van de levende God door te geven. Met Guido de Brès belijd ik dat ‘Deze Kerk is geweest van den beginne der wereld af, en zal zijn tot den einde toe; gelijk daaruit blijkt, dat Christus een eeuwig Koning is, Dewelke zonder onderdanen niet zijn kan’ (NGB, art. 27).

Spiegel

Als ik een aantal citaten uit het interview op 19 december achter elkaar zet, krijg ik het volgende beeld over de godsdienstige opvoeding die mevrouw van Tilburg kreeg en wat het met haar deed: „We waren toeschouwers van iets wat vlakbij ons lag, waarvan de groten zeiden dat het heel waardevol was.” “Het gezin vervulde nauwgezet de godsdienstige plichten.” “Het heftigste vond ik dat niemand met zekerheid wist te zeggen waar mijn moeder was.” “Er was altijd angst. Je deed je uiterste best, maar je wist nooit wanneer je het goed deed. Dat is voor mij heel zwaar geweest.” Het is heftig om te lezen hoe zij dit ervaren heeft. Tegelijk denk ik dat er ook genoeg reformatorische jongeren zijn die een soortgelijke omschrijving van hun opvoeding zullen geven nadat ze afgehaakt zijn. Hoe mensen het geloof in de praktijk brengen (of juist niet!), hoeft blijkbaar niet alles te zeggen over wat er in een kerk gebeurt en geloofd wordt. Daarbij denk ik ook dat het belangrijk is dat wij als reformatorische christenen in de spiegel kijken. De versplintering van de reformatorische kerken en de impasse om hieruit te komen, roepen bij jongeren terecht veel vragen op. Met andere woorden: hoe gaan wij om met de erfenis van de Reformatie? Welke dwalingen van ons worden door andere christenen ontmaskerd (nu of in de toekomst)?

Bekering en omkeer

Paulus zegt: ‘Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken. Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden’ (Rom. 10:8-9). Met deze kernachtige samenvatting van het christelijk geloof mogen Rooms-katholieke en reformatorische christenen naar elkaar luisteren, met elkaar in gesprek gaan én elkaar opscherpen. We leven in een tijd die getekend wordt door secularisatie van ons land, maar ook van ons eigen hart.

Bisschop de Korte zegt over het christenzijn in deze tijd het volgende: ‘Misschien is dat wel dé grote uitdaging voor mij persoonlijk en voor andere Nederlandse christenen vandaag: te laten zien dat het werkelijk verschil maakt te leven in vriendschap en verbondenheid met Jezus Christus. Dat verschil uit zich niet primair in activisme. Een christen is allereerst geroepen om bij de Heer te zijn en zich door zijn evangelie te laten raken. Een christen leeft vanuit liefde van Godswege. Zo kan ik komen tot georiënteerd handelen. Uiteindelijk word ik geroepen om mijn biddende omgang met de Heer te verbinden met een liefdevolle omgang met mens en wereld. Christelijk leven wordt naar mijn overtuiging gedragen door het verlangen om dicht bij Christus te blijven. Tegelijk ben ik geroepen om een ander gelukkig te maken en zo zelf gelukkig te worden. Dit vraagt voortdurende correctie. Bekering en ommekeer, om het met de woorden van de Schrift te zeggen. Want steeds weer dreigt er aanpassing en gezapigheid. Gods Geest verbreekt de gestalten en houdt ons zicht gericht op de grote Toekomst. Wij mogen daarvan tekenen oprichten, fier en bescheiden tegelijkertijd’ (Hartelijke katholiek, pag. 27).

 

Hoe verder?

De omgang met de Rooms-Katholieke Kerk is een spannende. Er zijn ingrijpende verschillen bijvoorbeeld als gaat over het gezag van de paus, de leer van de sacramenten. Dit artikel is dan ook geen pleidooi om over de verschillen heen te stappen. Het is wel een pleidooi om allereerst met elkaar in gesprek te gaan en naar elkaar te luisteren. In dat gesprek is het de opdracht om te zoeken naar het verstaan van de waarheden van het christelijk geloof. Met Da Costa mogen dan ook hoopvol uitzien naar verdere veranderingen in de Rooms-Katholieke kerk in het besef dat de reformatorische kerken ook verre van volmaakt zijn. Niet alleen zij moeten veranderen, wij moeten ook veranderen. Het meest in het oog springende punt is dan wel de versplintering van de kerken van de Reformatie.

Vlak voor dat hij stierf bad de Heere Jezus: “En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt” (Johannes 17:20-21). Die hoopvolle verwachting mag dan ook samengaan met het gebed om eenheid. Of er hier op aarde ooit weer eenheid komt weet ik niet, maar wat zou er een getuigenis vanuit gaan. Als de Heere Jezus gebeden heeft om die eenheid, is het volgens mij de roeping van elke christen om te verlangen naar en te bidden voor deze eenheid. Met het hoopvolle perspectief dat het uiteindelijk één kudde met één Herder zal worden (Joh. 10:16).

Reacties

Populaire posts van deze blog

Brief aan Robert (1)

Brief aan Robert (2)

Brief aan Robert (3)