Brief aan Robert (1)

Brief aan Robert Plomp

In het eerste stuk de Tweets en de link naar het artikel waar ik op reageer, daarna volgt mijn brief.


@RobertPlomp (Twitter)

Tweet 1: De enige echte traditie die wij als christenen hebben is dat we zo lang mogelijk vasthouden aan zondige tradities, mantra's als "1man&1vrouw" herhalen tot ze ingesleten zijn, en onszelf aangevallen voelen als we hiermee worden geconfronteerd. #zonde

Tweet 2: Verder houden we in de refo-hoek elkaar vast in een verstikkende omhelzing. Wie anders denkt over homoseksualiteit wordt gecanceld. 1000en mailtjes uit de achterban. Boosheid en verontwaardigheid. Wie durft anders te gaan denken? Je verliest je baan.

Tweet 3: De Bijbel wordt niet gelezen, op exegese die laat zien dat de afwijzende teksten in de Bijbel over iets heel anders gaan wordt genegeerd, of makkelijk afgedaan. Vaak met woorden die je onterecht in de mond gelegd worden.

Tweet 4: Lees bv. de woorden die Nashvilleverklaring-initiatiefnemer Piet de Vries mij absoluut onterecht in de mond legt in dit artikel op bijbelsberaardmv (opvolger Nashvilleverklaring).

Tweet 5: Er is leiderschap nodig in de refo-wereld. Leiders die het lef hebben te stoppen zich te laten sturen door een geindoctrineerde achterban, en zich niks laat zeggen door theologen uit eigen kring die geen theologie beoefenen maar tradities verdedigen.

Tweet 6: Welke dominee durft het aan? Welke redacteur van het RD? Welke directeur van een refo-school? Welke ouderling? Zeg waar het op staat: Onze mening over lhbti'ers is zondig, we moeten hier mee breken.

Tweet 7: Dat is christelijk, dat is reformatorisch, de zonde aan de kaak stellen. Het aandurven om de Bijbel te gehoorzamen ipv de traditie. Blijven lezen en studeren, en mbv het gebod van de liefde, door de kijken naar de vruchten van de boom, je te bekeren en te reformeren.

Tweet 8: Niet die defensieve houding, niet die boosheid "omdat het niet eerlijk is". Het zal vast niet helemaal eerlijk zijn, maar het gaat om onze eigen verantwoordelijkheid. Wat doen wij fout. Niet: "hoe geeft de ander een onvolledig beeld van onze fout".

 

Artikel: https://vromepraatjes.nl/welke-refo-leider-toont-lef-rondom-homoseksualiteit/


Beste Robert,

 

Het beeld van een fruitboom met rottend fruit herken ik uit mijn eigen achtertuin. Afgelopen zomer kwamen wij thuis en de hele grond lag bezaaid met peren en elke peer zat vol met wespen. Dus even op mijn blote voeten de tuin in, zat er op dat moment helaas niet in. Gelukkig kregen we een week later wel de beloning, we haalden meer peren dan ooit uit onze boom!

Om maar met de deur in huis te vallen: ik ben gewoon godsdienstdocent op de Guido in Rotterdam, dus geen dominee, geen redacteur, geen directeur of ouderling. Toch voel ik wel de behoefte om met je in gesprek te gaan over dit onderwerp.

Je schreef je stuk naar aanleiding van wat er op het Gomarus in Gorinchem is gebeurd. Helaas heb ik niet de luxe van een abonnement op het NRC, dus ik heb het artikel zelf niet kunnen lezen. Maar de combinatie van berichtingeving op de NOS en het AD geeft in ieder geval genoeg beeld om hier iets over te zeggen[1]. Ik begrijp ook dat je het beeld gebruikt van een boom waar rottend fruit uitvalt. Tegelijk bepleit je niet voor het afschaffen van bijzonder onderwijs (het omhakken van de boom?). Het is mijn verwachting dat daar binnen 10 jaar in Den Haag andere besluiten over genomen worden. Ik geef hier verder geen kwalificaties aan, omdat ik zowel voor- als nadelen zie van een afschaffing van het bijzonder onderwijs.

Als het gaat over het Gomarus. Daar wil ik het volgende over kwijt. Als docent denk ik dat hier sprake is van een zeer onveilige pedagogische omgeving. Dat is laakbaar en dat heeft de school ook erkent als er gezegd wordt dat er een schikking is getroffen met één van de betreffende leerlingen. Het is mij een lief ding waard als de reformatorische scholen zich de komende jaren bezinnen op de vraag hoe ze ook een veilige school kunnen zijn voor leerlingen die min of meer afscheid hebben genomen van het (reformatorische) geloof. Hoeveel ruimte durven wij onze leerlingen te bieden om andere levensovertuigingen te exploreren? De Amish kennen het verschijnsel ‘rumspringa’ waarin ruimte is om jezelf te ontdekken en de wereld te verkennen.

Tegelijk riep het hele verhaal wel een aantal vragen bij mij op, met name over de relatie van de twee meisjes. Blijkbaar ervoeren ze thuis geen ruimte om te zeggen dat ze lesbische gevoelens hadden, laat staan dat ze over hun lesbische relatie zouden gaan praten. Afgelopen vrijdag had ik in 4havo toevallig ook een gesprek/discussie met leerlingen over homoseksualiteit en zij zouden het thuis ook nooit vertellen als ze een lesbische relatie zouden hebben. Mijn vraag op dit punt is of de standpunten over seksualiteit het probleem zijn of het gebrek aan gesprek hierover. Ik ben zelf geneigd om aan het laatste te denken. Er wordt niet gepraat en standpunten worden alleen impliciet gecommuniceerd.

Dan over jouw Tweets en je artikel. De afgelopen dagen heb ik nagedacht over het beeld dat je gebruikt, maar volgens mij klopt het beeld niet. Rottend fruit betekent ook dat er goed fruit is, terwijl je punt volgens mij is dat het alleen maar rot fruit voortbrengt. Jezus gebruikt ook niet het beeld van rottend fruit, maar van ‘kwade vruchten’. Dus de hele boom is verkeerd en daarom brengt hij ook geen goede vruchten voort. En daar zitten we volgens mij wel in het hart van je betoog: de visie op homoseksualiteit is verkeerd.

Op dit punt wordt het spannend, want is dat zo? Mijn antwoord is ja én nee.

Laat ik met het ja beginnen. Wat mij opvalt is de aandacht voor seksualiteit en het benadrukken van het belang van het huwelijk. De lijn van Paulus dat het goed is om te trouwen, maar dat het ook goed is om alleen te blijven, zijn we volgens mij kwijt geraakt (1 Korinthe 7:1). Maar ook dat het goed is als een vader zijn dochter ten huwelijk geeft, maar dat het beter is als hij het niet doet (1 Korinthe 7:38). In de vroege kerk was je juist een goede christen als je maagd bleef. Lijken we in de kerk niet veel meer op de omliggende cultuur door zo te focussen op het huwelijk en de bijbehorende seksualiteit?

Daar zit voor mij ook nog een ander aspect aan. In eerdere bijdragen op je website leg je ook verschillende teksten uit met betrekking tot homoseksualiteit[2]. Eén van de kernpunten van je betoog is: de Bijbel spreekt alleen over homoseksualiteit in relatie tot afgodendienst en spreekt daarom niet over gelijkwaardige homoseksuele relaties. Maar volgens mij gaat het probleem dieper: die afgodendienst bestond uit het feit dat de seksualiteit zelf aanbeden werd als losstaande macht naast de Schepper. Daar zit voor mij het grote probleem met hoe we hier omgaan met seksualiteit: wij maken het veel te belangrijk en doen alsof onze seksuele verlangens onze identiteit bepalen.

Deze manier van denken is zo dominant dat het lijkt alsof begrenzing van je seksuele verlangens per definitie ook betekent dat je zelf niet geaccepteerd wordt. (De religieuze variant hiervan is dat men ervan uitgaat dat alleen door het leven gaan ook betekent dat je eenzaam bent). Volgens mij wordt seksualiteit in de Bijbel op veel meer manieren begrensd. Het kijken naar een vrouw is al overspel, dus ik ben écht geen haar beter dan hen die andere begrenzingen van de Schepper overgaan.

Dan nu mijn gedachten bij het ‘nee’ op jouw punt als het gaat over ‘onze’ visie op homoseksualiteit. Toen ik een aantal maanden geleden een reactie schreef op een oud-leerling van onze school[3], kreeg ik naast veel instemmende reacties ook één reactie van een ouder die het niet met me eens was (ik kreeg gelukkig geen 1000-en mailtjes uit de achterban). Hij bracht een punt in waar ik ook over na moest denken. Het onderscheid tussen homo zijn en het praktiseren ervan, kon hij niet meemaken. Eén van zijn argumenten was dat we dit over pedoseksualiteit ook niet zeggen. Je mag wel pedo zijn, maar je mag het niet in de praktijk brengen. Hoe kijk jij daar tegenaan?

In de tussenliggende tijd deed ik wel een – in mijn ogen - opvallende ontdekking. Het kenniscentrum Rutgers – toch niet bekend om zijn orthodox christelijke visie - maakt als het gaat om pedoseksualiteit wel een onderscheid tussen het pedo zijn en het praktiseren. Daar wordt gezegd:

“Het argument dat Martijn verboden moet worden omdat het maatschappelijke onrust zou veroorzaken draagt alleen maar bij aan de maatschappelijke onrust en de bijbehorende heksenjacht. De nadruk op seksueel misbruik gaat voorbij aan het feit dat niet alle personen die seksuele verlangens voelen naar kinderen dit in de praktijk brengen. In de discussies wordt nog altijd te weinig onderscheid gemaakt tussen pedofilie en pedoseksualiteit. Pedofilie is een geaardheid, die aangeboren is of al vroeg in de ontwikkeling wordt vastgelegd. Een pedofiel heeft seksuele verlangens voor kinderen maar heeft niet per se seks met kinderen, een pedoseksueel is iemand die seks heeft met kinderen.” [4]

Als het gaat om pedoseksualiteit mag dit onderscheid wel gemaakt worden, als het gaat om homoseksualiteit mag dit niet of wordt het sterk geproblematiseerd. Dat vind ik – op z’n zachtst gezegd bijzonder. Het lijkt erop dat hier de ethiek gebaseerd wordt op de gevolgen (voor de liefhebbers: een utilistische ethiek). Alleen als de gevolgen slecht zijn, is het verboden. Concreet: pedoseksualiteit beschadigt het kind, dus mag dit niet, en betekent dit dat hij het wel mag zijn, maar niet in de praktijk mag brengen. Voor homoseksualiteit geldt dat dit de ander niet beschadigt, dus mag het wel. Daar heb ik persoonlijk mijn vragen bij.

Dan maar ‘gebod is gebod en regel is regel’ (een deontologische ethiek[5]). Nee, we mogen ons wel degelijk bezinnen over de vraag wat de consequenties zijn van onze ethiek. Het kan niet zo zijn dat Gods gebod mensen allerlei trauma’s bezorgt. Dan betekent dit dat we iets verkeerd doen, maar persoonlijk zoek ik de oplossing niet in het aanpassen van Gods gebod, maar in de manier waarop wij ermee omgaan.

De focus ligt als het gaat in deze materie heel erg op ‘refo’s’, terwijl de Rooms-Katholieke kerk nagenoeg dezelfde standpunten heeft. Het feit dat het in het ‘Bijbels beraad M/V’ ineens wel lukt om elkaar als christenheid te ontmoeten is wat dat betreft veelzeggend[6]. Dat juist refo’s veel in het nieuws zijn met hun visie op homoseksualiteit wijst er mijns inziens op dat niet de visie verkeerd is, maar de manier waarop er in de praktijk mee om wordt gegaan.

Tot slot, daarom mijn – min of meer concrete – punten:

  • Laten we niet zo dwaas zijn dat we doen alsof het huwelijk het paradijs op aarde is en de bestemming is voor het grootste deel van de mensheid.
  • Laten we héél kritisch kijken naar de manier waarop we in de kerk en op school spreken over relaties. De vriendschap van David en Jonathan is wat dat betreft een prachtig voorbeeld van een relatie die meer waard was dan een seksuele relatie. Dat geluid mis ik heel erg.
  • Laten we in liefde staan rondom hen die worstelen met hun seksuele gevoelens, met welke letter die dan ook aangeduid wordt.

 

Tot zover mijn gedachten over een – zoals je hopelijk hebt gemerkt – een aangelegen thema.

 

Een zeer hartelijke groet,

Geert

 

 



[5] Douma, Verantwoord handelen, 26-30.

[6] Wat mij betreft haalt het ‘Bijbels beraad’ dan ook de aanduiding ‘M/V’ weg en gaan ze over alle onderwerpen met elkaar in gesprek, maar dat valt buiten het onderwerp van deze brief.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Brief aan Robert (2)

Brief aan Robert (3)